Wat een rijkdom dacht ik afgelopen weken steeds vaker. Leven in Zeeland tijdens deze coronacrisis. Twee ouders met een tuin, zelf een eigen balkon, wandelen aan de zeedijk met zonsondergang of in de uitgestrekte polders. Ondertussen hoor je de vogels op de achtergrond en kun je genieten van de prachtige dijkhuisjes.
Ook ik was een van de Zeeuwen die zei; "Als ik verhuis, dan verhuis ik weg uit Zeeland", maar gek genoeg bracht deze coronacrisis mij tot een heel ander inzicht. Is het leven in een drukke stad wel ‘leefbaarder’ dan in Zeeland. Of valt het allemaal nog maar te zien. Want eerlijk is eerlijk, bijna alle Zeeuwen ervaren ongetwijfeld nu meer vrijheid dan degene die dat gevoel vóór de coronacrisis hadden.
En ja, we gaan straks allemaal weer een keer naar ‘normaal’ maar wat is er nou fijner dan een groot huis mét grote tuin? En waar draait het nou echt om als we het over leefbaarheid hebben. Gaat het dan om het feit dat je elk weekend in 5 verschillende barretjes, koffie kunt drinken. Of dat je met honderden in het park kunt vertoeven. Wat deze crisis laat zien is dat het niet altijd meer, meer, meer hoeft. Een beetje minder is ook oké. En ik zeg nu niet dat het in Zeeland minder is, misschien is het hier juist wel méér.
Als ik zie hoe de lokale ondernemers hier als pioniers concepten uit de grond stampen en binnen een week lokale foodboxen met echt Zeeuwse producten verkopen, een website lanceren om cadeaubonnen te kopen bij je favoriete ondernemer en Zeeland Visit (voormalig VVV Zeeland) een prachtige video maakt om te laten weten aan de toeristen dat we echt hopen ze snel weer te verwelkomen.
Zeeland is mooi.